In de zuidwesthoek van het Sphinxterrein staat de Brikkenbouw.
Het gebouw staat er nog stééds, kun je wel zeggen.
Niet alleen omdat het dateert uit 1875. Ook omdat vroegere omringende gebouwen inmiddels zijn afgebroken omdat ze geen monumentale status hadden. De Brikkenbouw wordt de nieuwe locatie van koffiebranderij en theepakkerij Maison Blanche Dael. Die is nu nog gevestigd aan de Sint Gerardusweg in Maastricht.
Albert Berghof is sinds 1998 de zaakvoerder van Maison Blanche Dael. Daarnaast is hij oprichter en eigenaar van de Coffeelovers-keten met vestigingen in Maastricht, Roermond, Eindhoven en Nijmegen. ’Ik ben zo’n tien jaar met medewerkers van de gemeente Maastricht op zoek geweest naar een geschikte nieuwe locatie voor Maison Blanche Dael. Het is uiteindelijk de Brikkenbouw geworden, nadat andere kandidaat-locaties zoals de Timmerfabriek en Loods 5 waren afgevallen. Een belangrijke reden voor onze verhuizing naar de Brikkenbouw is dat we daar straks de beschikking hebben over een representatief onderkomen. Daardoor kunnen we bezoekers ook echt verwelkomen zoals wij dat voor ogen hebben.’
De Brikkenbouw – mensen zeggen ook wel het Brikkengebouw – is destijds zo genoemd omdat in het gebouw brikken (bakstenen) werden geproduceerd voor eigen gebruik van de Sphinx, voor de opbouw van het fabriekscomplex dus. Albert: ’Oorspronkelijk telde het gebouw twee bouwlagen. In 1923 is het opgehoogd met vier extra lagen. Ook is toen een extern trappenhuis toegevoegd. Mijn eerste kennismaking met de Brikkenbouw had niets te maken met liefde op het eerste gezicht. Ik vond het in eerste instantie zelfs een lelijk, alleenstaand gebouw dat een beetje de indruk wekte dat het op instorten stond. Beetje bij beetje heb ik mijn mening in positieve zin bijgesteld. Het robuuste karakter van het gebouw heeft daar zeker aan bijgedragen. Na de zomer begint de grote verbouwing. Begin 2020 hopen we het pand te kunnen betrekken.’
’Als je straks vanuit de Boschstraat door de vroegere toegangspoort van de Sphinx naar binnen kijkt, zie je het nieuwe onderkomen van Maison Blanche Dael meteen. Je kijklijn wordt dus niet onderbroken door andere gebouwen. Daarnaast zorgt een torentje voor de onmiddellijke herkenbaarheid van het gebouw, dat zich in een pleinachtige setting bevindt.’ Wat zijn andere voordelen van de nieuwe locatie, behalve dat die representatief is? ’De verhuizing biedt ons de mogelijkheid ons assortiment uit te breiden binnen de productcategorieën koffie en thee. Verder gaan we meer aandacht besteden aan de mechanisering van het productieproces. Een voorbeeld daarvan is het plan dat we hebben opgevat om zelf theebuiltjes te gaan vervaardigen.’
’Door de extra vierkante meters die we erbij krijgen, denken we ook na over de inrichting van een trainings-overlegruimte en een flexibele expositieruimte. Al met al zal ook ons personeelsbestand op termijn worden uitgebreid, zeker als we invulling gaan geven aan nog meer nieuwe ideeën. Zo spelen we met de gedachte om op structurele basis rondleidingen te geven en ontbijt en lunch te serveren. Voor alle duidelijkheid, en omdat mensen dat soms vragen: in de Brikkenbouw is geen plek gereserveerd voor Coffeelovers. Maison Blanche Dael en Coffeelovers zijn twee gescheiden concepten. Een andere vraag die ik geregeld krijg voorgelegd: blijft Maison Blanche Dael in de Wolfstraat ’gewoon’ geopend? Het antwoord is: jazeker.’
Op dinsdag 17 april 2018 vierden Albert en zijn collega’s het 140-jarig bestaan van familiebedrijf Maison Blanche Dael. In al die jaren is een uitstekende naam opgebouwd. Wát er ook verandert, in het Sphinxkwartier wil Albert doorgaan met waar hij mee bezig is: de lekkerste koffie ter wereld maken. ’Onze koffiebonen zijn voor het merendeel afkomstig uit landen rond de evenaar. Ethiopië, Indonesië, Costa Rica, Guatemala … Vooral in die twee laatste landen met hooggelegen plantages hebben ze veel kennis van de koffieteelt.’
’De koffiefederatie in Guatemala heeft onlangs vier jongeren geselecteerd die in aanmerking komen voor een studiebeurs van Maison Blanche Dael. Veel van hun leeftijdsgenoten trekken naar de grote stad, maar zij willen na een studie van twee jaar koffieboer worden, zodat het hoge niveau van de koffielandbouw in Guatemala gehandhaafd blijft. Of ik onze leveranciers wel eens bezoek? Niet op regelmatige basis. Maar als het zakelijk of anderszins nodig is, stap ik zó in het vliegtuig.’