René Brouwers is geboren in de Maastrichtse Capucijnenstraat, in de onmiddellijke nabijheid van de vestingwerken de Hoge Fronten. Als kind is dat zijn speelterrein. Bovendien bevinden zich onder de Hoge Fronten de kazematten, waar hij met zijn vriendjes de gangen verkent. Sindsdien zijn heel wat jaren verstreken. René is nu gepensioneerd en werkt als gids. In die functie brengt hij zijn kennis van het Frontenpark en het Sphinxkwartier over op iedereen die daarin is geïnteresseerd.
In 1867 wordt de vesting Maastricht opgeheven. Kort daarop volgt het begin van de sloop van een groot deel van de vestingwerken. De Hoge Fronten blijven behouden, net als de ondergrondse verdedigingswerken, de kazematten. René: ’Na 1867 worden de Hoge Fronten gebruikt als militair oefenterrein. Dat de Hoge Fronten er nog zijn, noem ik wel eens het wonder van de stilstand. Het zijn de natuurwaarden die hebben gezorgd voor het behoud van het oorspronkelijke gebied.’
De kazematten ontstaan tussen 1575 en 1825. In die periode wordt een gangenstelsel uitgegraven met een lengte van veertien kilometer. De gangen hebben mede als doel om tijdens een belegering van de stad de vijand ondergronds te benaderen en onschadelijk te maken. Daarom kan dit labyrint van slim opgezette gangen onderdak bieden aan legereenheden van wel vijfduizend man. René: ’In de kazematten heb je onder andere luistergangen. Van daaruit konden de soldaten vijandelijke activiteiten beluisteren, zoals het graven van tunnels of het hakken van gaten in muren.’
’Terug naar nu. Door het verleggen van de aanlanding van de Noorderbrug worden de Hoge Fronten en de Lage Fronten weer herenigd. Die hereniging vindt plaats via de aanleg van een bewandelbare, droge gracht.’ [Over die gracht ligt in de nabije toekomst de versmalde Cabergerweg, verdeeld over drie viaducten, red.] ’Als tegenhanger van het meer gecultiveerde Stadspark is het levendige Frontenpark straks een stoer landschaps- en cultuurpark met nogal wat hoogteverschillen. Beeldbepalende gebouwen in het gebied zoals de cokesfabriek, de ronde gashouder en het kantoorgebouw van rubberfabriek Radium hebben of krijgen een culturele functie.’
Ook in het Sphinxkwartier leidt René groepen mensen rond. ’Dat zijn belangstellenden uit Maastricht-Heuvelland, de Randstad, België en Duitsland. Maar dat zijn nog niet alle landen, want de nieuwe gebiedsontwikkeling op het vroegere Sphinxterrein is populair. Daarmee heeft de stad Maastricht zich ook internationaal uitstekend op de kaart gezet. Ikzelf omschrijf deze boeiende ontwikkeling als ’de feniks die uit zijn keramische as herrijst’. De metamorfose van het Eiffelgebouw naar The Student Hotel is daar een goed voorbeeld van.’
Loods 5. René is ervan overtuigd dat Loods 5 net zo verrassend wordt als het Eiffelgebouw. ’De circa driehonderd winkels van Loods 5 op de begane grond en de eerste verdieping hebben elk een compleet eigen signatuur. Wat daarbij interessant is: hoe gevarieerd het aanbod ook is, Loods 5 werkt met één centraal kassasysteem en alle medewerkers zijn in dienst van Loods 5.’
Hoe ziet de omgeving van het Sphinxkwartier er volgens René over vijf jaar uit? ’Ik kijk dan bijvoorbeeld naar het Landbouwbelang. Dat is nu nog een tijdelijke culturele broedplaats. De gemeente Maastricht heeft een voorzichtig begin gemaakt met herontwikkelingsplannen voor dit voormalige graanpakhuis. Vergeet niet dat het Landbouwbelang door zijn directe ligging aan de Maas een A1-locatie is die alles in zich heeft om op termijn uit te groeien tot een echte publiekstrekker.’
Aan de zuidzijde van de nabijgelegen Bassin-haven bevinden zich nu enkele karakteristieke oude pakhuizen waarin onder meer studentenwoningen zijn gevestigd en kantoren zijn ondergebracht. In de charmante werfkelders direct aan het water bevindt zich een aantal cafés en restaurants. Vraag aan René: hoe kan het Bassin nog winnen aan aantrekkingskracht? ’Als de herontwikkeling van het Landbouwbelang een feit is, zal dat ook van invloed zijn op het nabijgelegen Bassin. Al was het alleen maar door de extra toeloop van toeristen, maar ook van stadsbewoners.’
Wat is Renés favoriete plek te midden van alle mooie en interessante plekken die hij tijdens een rondleiding aan andere mensen laat zien? ’Dat is niet zo moeilijk. Daar hoef ik in feite überhaupt niet over na te denken. De Hoge Fronten staan bij mij op één. Want daar ben ik geboren, daar heb ik mijn jeugd doorgebracht.’